De juiste vragen stellen is key als je een gesprek op gang wil brengen. Of als je met je gesprekspartner op zoek bent naar nieuwe ideeën of oplossingen. Een open vraag breekt de weg open naar denken in kansen, waar je met een gesloten vraag vaak het gesprek al stuurt in een bepaalde richting.
Een ‘waarom-vraag‘ heeft vaak een bepaalde lading in zich. Een oordeel, een zoektocht naar een verklaring, een geschiedenis.
Met een ‘welke‘ of ‘wat‘ vraag kom je vaak tot een opsomming van wat al geprobeerd is.
Een ‘hoe-vraag‘ breekt de weg open naar het denken in kansen en nieuwe mogelijkheden. Een frisse blik op de toekomst, zonder een oordeel op wat al eerder geprobeerd is.
Vraag maar raak met ‘hoe’
Hoe kunnen we…? Hoe krijgen we…? Hoe maken we…?
Een vraag die begint met hoe, gevolgd door een werkwoord. Dat is de vuistregel als je op zoek bent naar het vinden van nieuwe oplossingen of ideeën.
Hoe maken we onszelf zichtbaarder als organisatie? Dat geeft een andere lading dan: ‘Op welke manieren kunnen we zichtbaarder worden als organisatie?’
– Een ‘welke’ of ‘wat’ vraag leidt tot uitkomsten die je al eens eerder geprobeerd hebt.
– Een hoe-vraag geeft nieuwe energie. Het werkwoord zorgt ervoor dat je in een doe-modus komt.
Ook is het, als je vastloopt in een idee, het makkelijker te breken uit de cirkel met de vraag ‘En hoe kan het wel?‘ Zo worden ideeën niet meteen weggegooid, maar kan je op elkaar voortbouwen.
Waarom? Maar waarom dan?
Vroeger lokten wij onze ouders uit door deze boemerang-vraag keer op keer te stellen, of het zijn de kinderen van nu die het bij ons doen. Tot aan vervelends toe.
Toch kan de ‘waarom-vraag’ veel opleveren. Door de ‘vijf keer waarom’ toe als analyse toe te passen, dwing je jezelf (nog) beter te luisteren en kan je waardevolle informatie ophalen bij de ander.
Riskant aan dit vraagwoord is wel dat het een offensief-defensief gesprek kan uitlokken. Er zit een bepaalde lading in. Een oordeel. Een geschiedenis.
“Waarom heb je dit gedaan?” kan overkomen alsof de ander zich moet verantwoorden aan de slimmere jij. Dus kies je vraag weloverwogen uit.
Hoe werkt de ‘vijf keer waarom’?
Een vraag die met ‘waarom’ begint, is kan al snel een vraag zijn met een aanname of oordeel. Maar met de ‘vijf keer waarom’ juist niet. Je kan er aannames mee opsporen.
1. Omschrijf het probleem.
2. Waarom is dit een probleem?
Hiermee achterhaal je of dit wel het juiste probleem is en ontdek je een of meer verhelderende antwoorden. Heb je één antwoord? Prima. Daag jezelf nog wel even uit tot meer antwoorden te komen.
3. Nog een keer: waarom is dit een probleem?
Stel dat er uit die antwoorden één duidelijke aanleiding is, plak daar dan weer de vraag op ‘waarom is dit een probleem?’. Herhaal dit nog enkele keren.
Onderaan de streep wellicht wel vijf of tien redenen waarom iets een probleem kan zijn. ‘Vraag maar raak’ kan je op deze manier veel opleveren. Misschien wel een directe oplossing, zoals in het filmpje over de Jefferson Memorial.
Hoe concreter de vraag, hoe concreter het antwoord
We zijn als mens kampioen alles in 1 vraag te stoppen. We willen toch èlke doelgroep bereiken? Iedereen in beweging krijgen? Iedereen als vrijwilliger? De cultuur versterken?
Ja. Dat snappen we. De kunst is juist die vragen te formuleren, waardoor je daar antwoord op gaat krijgen.
Je zal geen antwoord vinden als vragen te lang zijn. Volgepropt met abstracte woorden. Komma’s. En, of zelfs en/of in de vraag.
Hak de vragen op. Er kunnen soms wel vijf of meer vragen achter zitten. Door alle vragen op te halen en de mensen te laten stemmen, kan je aan een mooie prioriteitenlijst komen.
ANNA: altijd navragen, nooit aannemen
Net als lange en veelomvattende vragen gebruiken in vergaderingen, zijn we als mens ook niet altijd bewust van onze aannames. En voor je het weet zitten ze verpakt in een vraag. Bijvoorbeeld:
“Onze vergadering ging wel goed, niet waar?” VS:
“Wat vind jij van het verloop van onze laatste vergadering?”
“Onze vereniging is best gastvrij, toch?” VS:
“Wat vind jij interessante voorbeelden van on-gastvrijheid?”
“Vond je de meeting nuttig?” VS:
“Wat sprak je wel en niet aan in de laatste meeting?”
Persoonlijke vragen stellen
Voeg ‘jij’ of ‘jou’ aan de vraag toe om je vraag nog meer kracht bij te zetten.
“Wat vind jij van de gastvrijheid van ons horeca personeel?”
“Wat is jouw visie op ons beleid?”
“Wat betekent lid zijn van onze sportclub voor jou?”
Hiermee maak je de vraag niet alleen persoonlijker, de vraag komt ook beter aan bij je gesprekspartner. Zo hoef je een vraag minder vaak te herhalen en het antwoord dat de ander geeft is ook eerder to the point.