Associëren kan je leren. Hoe?
Als ik je nu het volgende vertel:
‘Beeld je even in: een vliegdekschip midden in de Atlantische Oceaan. De meeuwen vliegen in het rond. De zee is rustig. Op het vliegdekschip lijkt er weinig activiteit, op één man na dan. Die rent al uren rondjes op dat vliegdekschip.’
Wat gebeurt er dan in je hoofd?
Ik heb het beeld van een stralende zon. Kabbelend water. Graadje of 25. In mijn hoofd vlieg ik met een dronebeeld naar schip toe en zie ik van bovenaf een man bezweet rondjes lopen over dat vliegdekschip. Als ik nog meer associeer zie ik van bovenaf een patroon ingesleten in de vloer van het schip.
En jij? Wat zie jij allemaal voor je?
Als we een verhaal horen, gaat onze verbeelding als snel met het verhaal aan de haal.
Associëren betekent ‘in verband brengen’, of ‘verbinden’. In deze oefening verbind je niet alleen nieuwe gedachten aan het scenario, je maakt ook letterlijk nieuwe verbindingen aan in je brein. Je traint je brein dus al actief bij het lezen van deze blog.
Een ander voorbeeld van associëren
Bij een oude man denk jij misschien aan een mannetje met een wandelstok en een petje op.
Ik denk weer aan een man met een baard en ratelend gebit.
Bij het horen dat er aliens zijn, denkt de een aan ET en de ander ziet bolle poppetjes in een UFO vliegen.
Je brein bedenkt de associaties er zelf bij. Het mooie is dat die beelden weer een enorme bron van inspiratie kunnen zijn voor nieuwe plannen.
Van A naar B
We zijn er door de jaren heen in getraind om zo snel mogelijk van probleem naar oplossing te gaan. Thuis. En zeker ook op het werk. Dus we vergaderen over een probleem en willen zo snel mogelijk naar de oplossing. Of naar de beste oplossing. Op de weg van A naar B kan het je ook behoorlijk wat energie kosten als mensen jouw vindingrijke idee vooral associëren met uitdagingen en problemen. Je hersenen staat dan niet meer in een open mindset stand.
Tip 1: Ga eerst associëren
Interessant wordt het als je de oplossing gaat zoeken door gebruik te maken van een foto of video. Van een woord of beeld. Je brein gaat dan namelijk associëren. Door andere beelden op te roepen kan je ook weer naar nieuwe en frisse oplossingen werken. Het helpt je om je vaste denkpatronen aan te pakken.
Tip 2: Begin je zinnen of associaties met ‘Ja, EN…’
Ja, EN wat kan er nog meer aan de hand zijn op deze foto? Of in dat ene scenario?
Het mooie is, je kan er steeds beter in worden. Je traint jezelf in het ‘Ja, Ennen’ en bant het Ja, maren’ steeds verder uit.
Oefenen met associëren
Kijk je wel eens naar Dit was het nieuws? In dit tv-programma van AVRO/TROS gaan cabaretiers en hun gasten in op het nieuws van die week. Een van de onderdelen is een krantenkop uit de krant met de vraag welk artikel hoort hierbij? De deelnemers aan het programma ziet een paar woorden staan en jij thuis ook. Welk verhaal hoort hierbij?
Aangezien het gaat om comedy hoeft het bij Dit was het nieuws niet het goede antwoord te zijn. Er moet gelachen worden. En juist dat zorgt ervoor dat je vrij kan associëren. Vrij kan nadenken over die kop en alles kan bedenken wat er in je opkomt.
Door dit wat vaker te doen, train je je brein om niet gelijk naar (geijkte) oplossingen te gaan, maar eerst naar zo veel mogelijk oplossingen te gaan. Je opent deuren in je hersenen, maakt nieuwe verbindingen aan en traint je brein om te associëren en bedenken.
Associëren kan je leren
Terug naar de Atlantische Oceaan. Die man is nog steeds rondjes aan het rennen op dat vliegdekschip.
Hij probeert de vliegtuigen te laten landen.
Werd achterna gezeten door zee-wespen.
En is inmiddels al tig keer weggedoken voor kogels van piratenschepen.
Hij rent nog steeds.
Wat kan er nog meer aan de hand zijn?
Wil je je verder ontwikkelen in creativiteit en dit ook in je organisatie brengen? Ontdek dan onze vierdaagse opleiding creatief denken met LEF.